In mijn tijd als hoofdbestuurder van een sportbond zei de toenmalige bondscoach tegen mij: “Ik heb graag dat mijn speelsters uit balans zijn.” Ik heb vaak over deze opmerking nagedacht, en deze heeft me geïnspireerd. Zijn toelichting hierop was: “Uit balans kom je sneller in beweging.”
Juist die andere manier van denken prikkelt mij. Aan de ene kant zijn we vaak bezig om balans te brengen in organisaties en teams en tussen de oren van medewerkers. Aan de andere kant wordt er hard gewerkt om mensen in beweging te brengen en te houden. Balans wordt onder andere omschreven als een goed evenwicht tussen werk en privé of tussen hoofd en hart. Het wordt, in mijn beleving, ook vaak verward met een standvastigheid die kan leiden tot starheid en een zekere mate van onbeweeglijkheid. Hoe zou het zijn om een standaard van een gezonde portie onbalans in te brengen in de dagelijkse gang van zaken?
In de afgelopen tien jaar mochten mijn collega’s en ik veel verandertrajecten in publieke organisaties begeleiden. Daarbij troffen we veel ‘standvastigheid’ van medewerkers. Die uitte zich in een vorm van weerstand tegen een verandering. Vasthouden aan wat je hebt, ook al is het niet altijd prettig, biedt schijnbaar ook een zekere vorm van balans. Weerstand is veelal een uiting van het focussen op dat wat achter je ligt en wat je liever niet wilt loslaten. Weerstand belemmert het zicht vooruit en maakt dat je weinig ruimte ervaart om nieuwe mogelijkheden van de verandering ook te gaan zien. Ben je met het focussen op het behouden van balans niet ongemerkt ook de weerstand tegen de verandering in stand aan het houden? Dat een gezonde balans belangrijk is voor ieder van ons, is evident. Dat stel ik ook niet ter discussie. Wel pleit ik voor meer ruimte voor onbalans. Hoe geef jij daar voor jezelf, voor je team of zelfs voor je organisatie invulling aan?
Gaat ‘balans en onbalans’ over hebben of over zijn?
Het beeld van iemand die vasthoudt aan wat hij heeft, verraadt het al. Balans of onbalans wordt vaak afgemeten aan ‘het hebben’. Is dat iets van de laatste tijd? Nee hoor. Een prikkelende uitspraak van Aristoteles brengt mij in ieder geval telkens even uit balans en zet aan tot denken. Hij zei: “Het geluk behoort aan hen, die aan zichzelf genoeg hebben”. Wil je aan jezelf genoeg hebben, dan is het ook belangrijk dat jij weet wat jij écht belangrijk vindt en waar jij voor staat. Ik vertaal dat naar de huidige tijd door goed na te denken over mijn ‘bedoeling’ ofwel mijn why. In The Golden Circle toont Simon Sinek aan dat echte bezieling start met de verbinding op het waarom. Met name die verbinding geeft jezelf, je team en je organisatie een duidelijke koers waarbij er ook nog voldoende ruimte blijft bestaan voor onbalans. Door minder te sturen op het ‘how’ en het ‘what’ en meer te werken vanuit het ‘why’ creëer je ruimte voor fundamentele beweging.
Daag jezelf uit om meer te werken vanuit je bedoeling. Doe dat ook met je collega’s. Focus minder op hoe het werk gedaan moet worden of wat er moet gebeuren. Zeker in de huidige tijd waarin meer autonomie gevraagd wordt door (nieuwe) medewerkers, is dit een goede weg om te gaan. Daar ben ik van overtuigd. In het kader van practice what you preach doe ik het ook op deze wijze in mijn eigen bedrijf. Door te focussen op de verbinding met elkaars bedoeling krijg je een totaal andere sfeer in je organisatie. Professionals hoef je niet uit te leggen hoe ze moeten werken of wat ze moeten doen. Inspireer ze op het vervullen van hun bedoeling en die van de organisatie!
Benieuwd naar meer inzichten over personeelsontwikkeling, arbeidsmobiliteit en werkgeluk? Ik nodig je graag uit voor de Week van de Mobiliteit van 1 t/m 4 november. Tijdens verschillende interactieve workshops delen wij onze inzichten en reiken wij je handvatten aan die je direct kunt inzetten in je team en organisatie. Lees er hier meer over en meld je kosteloos aan voor een of meerdere workshops in Helmond en/of Bussum.
Marc Oonk