Van Kinderen voor Kinderen-liedje naar de harde werkelijkheid 

Toen ik het nummer dus laatst tot in den treuren moest aanhoren, vond ik het refrein ineens een stuk treffender. Want ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind het leven momenteel best een uitdaging. 'Zwaar' klinkt meteen wel heel erg heftig, maar ik heb soms momenten dat het wel zo voelt. Afgelopen dinsdag nog toen ik in mijn eentje in een nagenoeg leeg kantoorpand zat. Het gemis van mijn collega’s, geen spontaan babbeltje bij het koffieapparaat, werk dat ineens iets heel anders van me vraagt, continu online overleg, weer met die oortjes in turend naar het computerscherm. En het ergste nog: geen zicht op verandering naar het normale leven. Het kwam opeens keihard binnen. Ik vind dit niet leuk!

Van even naar het thuisfront bellen werd ik ook niet vrolijker. Mijn vriend was 3 kinderen aan het helpen met schoolopdrachten, nummer 4 zag zijn kans schoon om kattenkwaad uit te halen en dat terwijl mijn vriend aan diverse video-overleggen probeerde deel te nemen. De wanhoop klonk uit ons beider stemmen, terwijl we meestal toch de boel best aardig onder controle hebben. We vinden dit niet leuk!

Het gemis van natuurlijke grenzen

Ik merk dat we niet de enigen zijn. Iedereen die ik spreek, zonder uitzondering, beaamt hoe lastig het is om thuis te moeten werken en tegelijkertijd alles soepel door te laten lopen. Natuurlijk is het met kinderen erbij een flinke puzzel die nauwelijks fatsoenlijk te leggen is en daarin moeten we voor onszelf de lat ook niet te hoog leggen. Maar ook zonder kinderen is werk-privébalans een uitdaging. Want hoe schakel je af als je op dezelfde plek slaapt, eet, werkt, een wijntje drinkt en online met vrienden afspreekt? Als er geen natuurlijke grenzen meer zijn, simpelweg omdat kantoor sluit of je weet dat je in de file komt als je later vertrekt. Wanneer stop je dan? Wanneer heb je echt even tijd om je batterij op te laden?

Ook in mijn rol als manager is dit best een spannende. Want hoe weet ik hoe het écht met iemand gaat? Ik kijk mijn collega’s in de ogen, ik hoor hun stem, maar merk dat het via een beeldscherm toch wat lastiger is om in te schatten of het goed gaat of dat iemand zich groot houdt. En ben ik altijd de aangewezen persoon voor ze om hun hart bij te luchten? Maar ook zij missen de gesprekjes met collega’s bij het koffieapparaat, juist die gesprekken werken vaak heel relativerend. Dus ik hoop maar dat ze elkaar digitaal opzoeken om even te spuien.

Ik tel mijn zegeningen met een team bestaande uit coaches en trainers die altijd al oog hebben voor elkaars welzijn. Als je zelf niet het initiatief neemt, wordt je behoefte wel gesignaleerd door een van je collega’s en krijg je een spontaan telefoontje met een luisterend oor, advies of een kritische blik.

Ik gun iedereen zo’n persoon in zijn team of omgeving, want we hebben het harder nodig dan ooit om stil te staan bij onze werk-privébalans!