Sinds 2014 kunnen medewerkers in het onderwijs gebruik maken van de duurzame inzetbaarheidsregeling voor het onderwijs. De regeling is in het leven geroepen zodat alle werknemers in staat zijn om op een gezonde en verantwoorde manier hun bijdrage te leveren aan het onderwijs. Nu en in de toekomst. Wat houdt de regeling precies in en hoe kunnen medewerkers hier gebruik van maken? Oftewel: wat moet je weten over de duurzame inzetbaarheidsregeling?

Wat houdt de duurzame inzetbaarheidsregeling voor het onderwijs in?

De duurzame inzetbaarheidsregeling is bedoeld om de duurzame inzetbaarheid van onderwijsmedewerkers te vergroten. Zodat ze productief, gemotiveerd en op een gezonde manier kunnen blijven werken. Hiervoor ontvangen medewerkers elk jaar een basisbudget van 40 uur. Deze uren mogen gebruikt worden voor activiteiten die de duurzame inzetbaarheid bevorderen. Denk aan studieverlof, stages of coaching.

De duurzame inzetbaarheidsregeling vervangt de BAPO

De duurzame inzetbaarheidsregeling verving in 2014 de BAPO-regeling, die met name de arbeidsparticipatie van oudere werknemers vergrootte. Door de toegenomen vitaliteit van medewerkers en de hogere levensverwachting, was er behoefte aan een regeling die meer past in de tijdsgeest. Medewerkers die op 30 september 2014 recht hadden op BAPO-verlof, kunnen gebruik maken van de overgangsregeling:

  • BAPO-gerechtigden tussen 52 en 56 jaar hebben – bovenop het basisbudget - maximaal vijf jaar recht op een overgangsbudget van 130 uur, tegen een eigen bijdrage van maximaal 50 procent.
  • BAPO-gerechtigden van 56 jaar hebben, naast de standaard 40 uur, recht op 130 uur voor oudere werknemers en een overgangsbudget van 170 uur. De overgangsuren zijn verkrijgbaar tegen maximaal 50 procent eigen bijdrage.
  • BAPO-gerechtigden van 57 jaar en ouder ontvangen tot de AOW-gerechtigde leeftijd een overgangsbudget van 170 uur tegen een eigen bijdrage van maximaal 50 procent.

Aanvullend budget duurzame inzetbaarheid voor startende docenten

De ervaring leert dat de werkdruk voor startende leerkrachten hoog is. Het basisbudget wordt voor starters daarom in de eerste drie jaar aangevuld met 40 extra uren. Dit budget kan niet worden opgespaard en moet ingezet worden om de werkdruk te verlichten. Ook zij-instromers mogen gebruik maken van het aanvullend budget.

Bijzonder budget duurzame inzetbaarheid voor oudere leerkrachten

Werknemers van 57 jaar of ouder hebben recht op een bijzonder budget van 130 uur voor extra duurzame inzetbaarheid. Deze uren kunnen gebruikt worden voor dezelfde activiteiten als het basisbudget. Vooraf moeten de doelen vastgesteld worden. Tegen een eigen bijdrage van maximaal 50 procent kunnen de uren ook als verlofuren worden ingezet. Het wordt voor oudere werknemers hierdoor eenvoudiger om een sabbatical te nemen.

Meer weten?

Wil je meer weten over de duurzame inzetbaarheidsregeling voor het onderwijs, of ben je benieuwd hoe je de duurzame inzetbaarheidsregeling kunt inzetten voor jouw werknemers? Neem gerust contact met ons op voor advies op maat.